Opel, Fiat, Peugeot en Citroën zijn klaar voor het offensief

Afgelopen najaar presenteerde Stellantis twaalf nieuwe bestelauto’s in één keer. Onlangs mochten we de nieuwe busjes van Opel, Fiat, Peugeot en Citroën uitproberen in Duitsland.

Twaalf voertuigen in één keer presenteren: dat is een primeur. De vier Europese merken van Stellantis (Vauxhall even niet meetellend) presenteerden elk een kleine, middelgrote en grote bestelauto. Dat zijn dus heel wat namen om uit het hoofd te leren: Combo, Doblò, Partner, Berlingo, Vivaro, Scudo, Expert, Jumpy, Movano, Ducato, Boxer en Jumper. Met het oog op de aankomende zero-emissiezones hebben we ons bij de rijtest beperkt tot de volledig elektrische modellen.

Eigen kenmerken
Je kunt je afvragen waarom elke bestelauto in vier verschillende merken beschikbaar is. Onderhuids zijn de modellen van Opel, Fiat, Peugeot en Citroën namelijk gelijk. Je krijgt hetzelfde accupakket en dezelfde techniek. Op een andere grille na en wat kleine details ogen ze gelijk. Toch kiest Stellantis ervoor om de vier merken met elkaar te laten concurreren. Volgens het merk heeft elk merk zijn eigen klantenkring.

Elk merk heeft ook zijn eigen kenmerken meegekregen. De modellen van Citroën bijvoorbeeld hebben speciale stoelen met extra dik schuim en betere ondersteuning. Hier ligt de focus dus op comfort. Peugeot legt de nadruk meer op het dashboard: het Franse merk installeert zijn i-cockpit in de bestelauto’s. De modellen van Opel hebben luxe matrix-LED koplampen, terwijl Fiat dichter bij de basis blijft.

Gelijk bereik
Uiteindelijk zijn het natuurlijk details. In grote lijnen zijn de verschillende modellen hetzelfde. De laadruimte is exact gelijk, net als het aantal verschillende lengtes en hoogtes. Ook het laadgewicht is hetzelfde: tot 1 ton voor de kleine bestelauto’s, tot 1,4 ton voor de middelgrote en tot 2 ton voor de allergrootste. Sommige modellen hebben wel een handige doorlaadfunctie, waarbij je dankzij een luik extra lange goederen kwijt kunt.

Onder de vloer ligt bij alle merken hetzelfde accupakket. Dit betekent dat het bereik ook ongeveer gelijk is: kleine verschillen worden verklaard door het verschil in uitrusting. De kleine modellen hebben een actieradius van 340 kilometer, de middelgrote 10 kilometer meer. Bij de grootste modellen passen meer accu’s onder de vloer, dus die komt wel 420 kilometer ver. Opladen gaat ook hetzelfde: snelladen tot 150 kWh is mogelijk. Overigens komen van de grootste bestelauto’s ook versies met een fuel cell, dus op waterstof. Hiermee kun je tot 500 kilometer rijden op één tank.

Verschillende uitrustingen
Als we in de kleinste bestelauto’s zitten, merken we iets van de verschillen. Bij de Peugeot e-Partner is dit het meest duidelijk: net zoals bij de personenauto’s vinden we hier een klein stuur. Hierdoor kijk je niet door het stuur naar het instrumentenpaneel, maar kijk je over het stuur heen. De modellen van Opel, Peugeot en Citroën hebben een groter stuur, zoals we gewend zijn.

Bij de middelgrote bestelauto’s zijn de verschillen minimaal en puur esthetisch. De grootste modellen zijn echt helemaal gelijk, op de logo’s en een andere grille na. De verschillen die we zien, hebben te maken met de uitrusting. Zo heeft de ene bestelauto een luxere klimaatbediening of een startknop in plaats van een sleutel. Door verschillende uitrustingen te bieden, kan bijvoorbeeld een Opel e-Combo toch anders in de markt gezet worden dan een Fiat e-Jumpy.

Rijden doen de verschillende modellen allemaal gelijk. Natuurlijk rijden de kleinere bestelauto’s meer als een personenauto dan de grote. Ongeacht de grootte is de elektrische aandrijving erg soepel. De drie verschillende rijstanden (eco, normal en sport) zijn ook echt verschillend. In eco-stand trek je heel beheerst op, terwijl je in sport de straatstenen uit de grond trekt. Heel fijn is dat je de mate van regeneratie kunt afstellen via flippers aan het stuur. Hier kun je ook kiezen uit drie standen, bij de grote besteller zelf vier. In de zwaarste stand heb je het rempedaal alleen nodig om volledig tot stilstand te komen.

Conclusie
Stellantis heeft grootste plannen: het merk wil bij de bestelauto’s de grootste worden in Europa. De vier merken, met elk hun eigen verhaal, geschiedenis en klantenkring, gaan hiervoor zorgen. Wij zijn een wereldwijd merk, zeggen ze bij Stellantis, maar dankzij de verschillende merken ook heel lokaal.

De bestelauto’s van Opel, Fiat, Peugeot en Citroën waren natuurlijk altijd al goed. Ook als elektrische bestelauto is er helemaal niks mis mee. De techniek komt rechtstreeks uit de verschillende elektrische personenauto’s die Stellantis verkoopt, dus dat is niet nieuw. De elektrische bestelauto’s van de vier merken rijden dan ook heel prettig en vertrouwd. Het wordt interessant om te zien of het een goede keuze is van Stellantis om de merken Opel, Fiat, Peugeot en Citroën naast elkaar te laten bestaan.

DEEL HET