Politiek zwaar verdeeld over steun elektrisch rijden

Met nog maar een korte tijd tot de verkiezingen blijft de onduidelijkheid over elektrisch rijden voortduren. Tijdens het RAI Mobiliteitsdebat bleken de aanwezige politieke partijen flink van mening te verschillen.

Zes politieke partijen waren afgekomen op de uitnodiging van de RAI Vereniging om te komen praten over innovatie en mobiliteit. De RAI en zijn leden zien de overheid namelijk vaak als belemmerende partij als het gaat om innovatie. Nieuwe ontwikkelingen worden tegengehouden door allerlei regels en voorschriften. Aan de andere kant, als er nieuwe wetgeving moet komen, is de politiek niet snel genoeg. Hierdoor raakt Nederland achterop bij de rest van de wereld.

Ver uit elkaar

Zes politici, van VVD, CDA, D66, ChristenUnie, JA21 en NSC (de partij van Omtzigt), gingen met elkaar in gesprek aan de hand van drie stellingen. Oppervlakkig gezien leek er sprake van eenheid: elke partij was voor duurzame mobiliteit en elke partij wilde innovatie zoveel mogelijk stimuleren. Toen echter gevraagd werd naar het hoe en wat, bleken de standpunten van de partijen erg ver uit elkaar te liggen.

Binnenkort houdt het Nationaal Groeifonds op te bestaan. Hieruit werden onder andere subsidies betaald voor elektrische voertuigen – zowel auto’s als vrachtwagens. Bovendien verandert binnenkort de motorrijtuigenbelasting voor elektrische auto’s. Deze vooruitzichten hebben de groei van het aantal elektrische voertuigen in Nederland tot stoppen gebracht. Een slechte zaak, zo vindt iedereen.

Volgens D66 moet de subsidie door blijven gaan, in de vorm van een nieuw Groeifonds. Onzin, vindt het CDA: je kunt zulke fondsen beter regionaal regelen. Volgens D66 kun je echter geen subsidie blijven geven en ook ChristenUnie en NCS vinden het welletjes geweest. Over laadinfrastructuur kon men ook geen eenduidig antwoord geven: zo vindt VVD het de verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven, terwijl JA21 juist van mening is dat de overheid dergelijke infrastructuur moet aanleggen.

Actief of passief

Ook over innovatie leven grote verschillen, want welke rol moet de overheid nu innemen? Volgens VVD en JA21 moet de overheid de juiste randvoorwaarden scheppen en dan een stap achteruit doen. Zo kan het bedrijfsleven zelf zijn gang gaan. NCS wil de bedrijven juist actief aansturen vanachter de schermen. ChristenUnie en D66 willen juist dat de overheid een actieve rol inneemt bij innovatie. De overheid moet met alle partijen aan tafel gaan: bedrijven, opleidingsinstituten en betrokken burgers. Alleen op die manier blijft innovatie ook nuttig voor iedereen.

Aan het einde van het debat trok RAI-voorzitter Frits van Bruggen de trieste conclusie dat er nog steeds grote onduidelijkheid is. Er is nog geen eenduidig plan voor innovatie, dus het ligt er puur aan wie de verkiezingen wint. Vooralsnog is onduidelijkheid echter troef: bedrijven weten niet waar ze aan toe zijn. En zolang er geen duidelijk plan is, zijn zij terughoudend om te investeren in elektrische voertuigen.

 

 

DEEL HET