Gelazer in België om bussen van BYD

De Vlaamse budmaatschappij De Lijn heeft 92 elektrische bussen besteld bij het Chinese BYD. Deze beslissing houdt de gemoederen in België al dagen bezig.

In het verleden gunde De Lijn opdrachten voor nieuwe bussen graag aan Van Hool of VDL, beide lokale bedrijven. Nu echter gaat de opdracht naar BYD. Politici zijn verontwaardigd, de vakbond noemt het ‘ontgoochelend’. De Lijn is zich echter van geen kwaad bewust: de nieuwe bussen zijn beter, goedkoper en sneller te leveren, aldus het bedrijf. Bovendien worden de bussen in Hongarije gebouwd, dus binnen de Europese Unie. Een logische keuze dus.

Moeilijke discussie
Het is een lastige discussie. Er is genoeg kritiek op Chinese auto’s: alleen dankzij financiële steun van de staat zouden ze zo goedkoop zijn. Maar als De Lijn zou kiezen voor VDL of Van Hoof omdat ze Belgisch zijn, dan is dat hetzelfde soort staatssteun als we van de Chinezen veroordelen. Voor een bedrijf in het openbaar vervoer, waar de winsten ook onder druk staan, is het te begrijpen dat ze kiezen voor een lagere prijs, mits de kwaliteit gelijk is.

Desondanks is het een klap voor de Belgische industrie. Van Hool verkeert al een tijdje in zwaar weer en had de nieuwe opdracht graag kunnen gebruiken. Zij vinden de beslissing onbegrijpelijk: “van de overheid moeten wij lokaal inkopen, maar De Lijn koopt Chinese bussen”, verklaarden ze in de media. Ook VDL Roeselare, onderdeel van het Nederlandse VDL, had de order graag gehad. In 2022 kreeg het bedrijf nog 2 miljoen Euro voor een nieuwe fabriek.

Voor De Lijn heeft echter de prijs en de snelle leveringstermijn de doorslag gegeven. Volgens Hans Vaneerdewegh van de vakbond ABVV had De Lijn ook de maatschappelijke kosten moeten meenemen. Bovendien zijn de Belgische bussen veel beter van kwaliteit dan de Chinese. Of dat zo is, zal moeten blijken. Hopelijk doen de bussen van BYD het beter dan de exemplaren die ons eigen Keolis in 2022 ontving: daar waren alleen maar problemen mee.

DEEL HET