Vrachtwagenheffing ook voor veel bestelwagens
De vrachtwagenheffing die in Nederland per 1 juli 2026 wordt ingevoerd zal ook gaan gelden voor zo'n 16.000 bestelwagens. Branche-organisaties als TLN en BOVAG waarschuwen op dit moment op aanwijzing van RDW hun eigen leden, maar dat nieuws lijkt niet iedereen te bereiken. De vrachtwagenheffing betekent een behoorlijke kostenstijging.
Teruggekeurde bestelwagen
De vrachtwagenheffing gaat gelden voor de zogenoemde teruggekeurde bestelwagens. Om deze met B-rijbewijs te mogen rijden is bij toelating administratief een gewichtslimiet van 3500 kilo op het kentekenbewijs toegevoegd. Het originele toegestane gewicht (vaak tussen de 4.000 en 5.000 kilo) staat echter ook nog op het kentekenbewijs en dat zorgt ervoor dat dit voertuig officieel in voertuigcategorie N2 valt. En dat is een categorie waarvoor de vrachtwagenheffing ook gaat gelden.
15.976 voertuigen
Deze bestelwagens mogen maximaal 3500 kilo wegen en worden gereden met klein rijbewijs, zonder tachograafverplichting. Deze voertuigen vallen volgens de regels van toelating tot emissievrije binnensteden onder bestelwagens, er moet BPM worden afgerekend bij aanschaf en ze betalen nu het motorrijtuigenbelastingtarief van een bestelauto. Dat deze categorie voertuigen dus ook vrachtwagenheffing moet betalen lijkt dus een fout in de nieuwe wetgeving waar onvoldoende aandacht voor geweest is. Een zoektocht in de data van het RDW leverde 15.976 kentekens op die hier onder vallen.
Terugkeuren zeer moeilijk
Navraag bij Iveco Nederland, een merk dat met de Daily goed is voor ongeveer de helft van de betrokken voertuigen, leert dat het niet alleen nooit heeft uitgemaakt of voertuigen geregistreerd werden als een N1 (technisch maximum massa maximaal 3.500 kilo) of N2 (technisch maximum massa meer dan 3.500 kilo), maar dat een N2 voertuig ook niet makkelijk technisch teruggekeurd kan worden. Daarvoor zal een nieuw CVO (Certificaat van Overeenstemming) moeten worden opgemaakt, een nieuw typeplaatje worden aangebracht door de dealer en het voertuig zal voor herkeuring bij een RDW keurstation worden aangeboden. Een tijdrovende en dure klus met ongewisse uitkomst. Bekend is immers dat dit soort teruggekeurde bestelbussen, die bijvoorbeeld vaak bij verhuurbedrijven te huur zijn voor verhuizingen, al een relatief laag laadvermogen hebben. Bij voertuigweging door het RDW kan de uitkomst onzeker zijn, bijvoorbeeld door een laadklep.
Onduidelijk en ongelijk speelveld
Voor de vrachtwagenheffing is dus niet het Toegestane Maximum Massa (F2 op het kentekenbewijs) leidend, maar de Technische Maximum Massa (F1), Doordat voertuigeigenaren er eigenlijk nooit mee bezig zijn geweest wat de voertuigcategorie is zijn veel eigenaren nog onwetend. Bij een willekeurig verhuurbedrijf is de helft van de betreffende huurvloot (teruggekeurde bestelauto met laadbak en laadklep) uitgevoerd als N1 en de andere als N2, waardoor voor de ene de kilometerheffing wel gaat gelden en voor de andere niet. Ook zal het ene transportbedrijf net het geluk hebben met N1-voertuigen, terwijl de buurman toevallig N2-voertuigen in zijn bezit heeft, wat een kostenplaatje van 11 cent per kilometer betekent vanaf 1 juli 2026. Ook verkopers van dit type bestelbus weten vaak niet of zij een tweedehands voertuig als een N1 of N2 te koop hebben staan.
Gestapelde regels
De vrachtwagenheffing is niet het enige waar deze voertuigeigenaren mee te maken krijgen. Immers, behalve de kilometerheffing vallen deze voertuigen bij internationaal vervoer ook onder de tachograafverplichting per 1 juli 2026 en worden ze als dieselvoertuig binnen 3 jaar uitgefaseerd in de Zero Emissie gebieden. Maar omdat veel voertuigen met het oog op de BPM verplichting van 2025 massaal vorig jaar zijn aangekocht is verkoop ook geen optie. Met name voor transport- en verhuurbedrijven, die de kilometerheffing achteraf zullen moeten doorbelasten, komt al dit nieuws als een onaangename verrassing. Maar ook marktkooplieden, handelaren, bouwbedrijven en garagebedrijven, die vaak van dit type voertuig gebruik maken, moeten rekening houden met de kostenstijging.
Motorrijtuigenbelasting verdwijnt
Voor niet alle voertuigeigenaren van dit type bestelwagen is het financieel nadelig. Omdat de motorrijtuigenbelasting voor deze voertuigen verdwijnt kan een eigenaar die zijn bestelwagen voornamelijk regionaal gebruikt en weinig op snelwegen rijdt voordeliger uit zijn. Hij zal echter evengoed een tolkastje moeten aanschaffen en gebruiken. Nadeliger is deze regeling natuurlijk voor kilometervreters. Het minimale toltarief is 11,3 cent/kilometer (Euro 6) en dan zal de vrachtwagenheffing ruim € 5.600,- kosten bij 50.000 snelwegkilometers per jaar, terwijl er nu ca. € 1.000,- motorrijtuigenbelasting wordt betaald. En het blijft onzinnig dat zo’n bestelbus voor alle andere regels als bestelbus wordt gezien, maar voor de vrachtwagenheffing niet. De vraag is of daar, 7 maanden voor invoering, nog aandacht voor gevraagd kan worden.