Toyota vertienvoudigt waterstofproductie
Toyota voorziet een aanzienlijke toename in de vraag naar elektrisch aangedreven voertuigen met een brandstofcel (FCEV). Naar verwachting groeit de vraag van circa 3.000 nu tot minimaal 30.000 auto’s per jaar vanaf 2020. Toyota presenteert daarom plannen voor twee nieuwe productiefaciliteiten. Behalve een geheel nieuw gebouw voor de massaproductie van brandstofcellen komt er een nieuwe productielijn in een bestaande fabriek om hogedruktanks voor waterstof te produceren.
Om meer brandstofcellen te kunnen fabriceren, verplaatst Toyota de productie naar een nieuwe fabriek nabij de Honsha-fabriek in Toyota City, Japan. De productie van de waterstoftanks vindt plaats op een nieuwe productielijn in de nabijgelegen Shimoyama-fabriek. De waterstoftanks worden gemaakt van extra dik koolstofvezel en zijn berekend op de impact van een zware aanrijding.
Massaproductie
De brandstofceltechnologie is inmiddels zo ver ontwikkeld dat massaproductie mogelijk is. Toyota nam al het voortouw met de introductie van een FCEV, de Mirai, in december 2014. De productie is inmiddels gegroeid van zo’n 700 in 2015 tot circa 3.000 vorig jaar. Om het gebruik van FCEV’s verder te stimuleren, moet het aanbod rond 2020 groot genoeg zijn. Toyota richt op een wereldwijde afzet van meer dan 30.000 FCEV’s per jaar. De Toyota Mirai is momenteel leverbaar in elf landen: Japan, de Verenigde Staten en negen Europese landen (waaronder Nederland). Australië, Canada, China en de Verenigde Arabische Emiraten volgen binnen afzienbare tijd.
Duizend stuks
In Japan wil Toyota vanaf 2020 per maand minimaal 1.000 exemplaren van FCEV’s verkopen en meer dan 10.000 per jaar. In februari 2017 startte Toyota met de verkoop van waterstofcelbussen aan het stadsbestuur van Tokio. Toyota verwacht minimaal honderd brandstofcelbussen te verkopen in de aanloop naar de Olympische Spelen en de Paralympische Spelen van 2020 in Tokio.