Rijtest Toyota ProAce City en ProAce Worker: knippen-plakken

Op zich is er niks mis met de nieuwe kleine en middelgrote bestelauto’s van Toyota. De ProAce City en Worker zijn praktisch en rijden fijn. Alleen verschillen ze nauwelijks van de modellen van Fiat, Citroën, Peugeot en Opel.

Toyota wil graag meedoen op de populaire markt van bestelauto’s. Maar zelf bestelauto’s ontwikkelen is ingewikkeld en duur. Bovendien duurt het lang. Daarom is Toyota een samenwerking aangegaan met Stellantis. Drie bestelauto’s die Stellantis op de markt brengt als Citroën, Fiat, Peugeot en Opel verschijnen ook als Toyota onder de familienaam ProAce. Eerder schreven we al over de ProAce Max, de eerste grote bestelauto van het merk. Nu hebben we het over de kleine en middelgrote bestelauto’s, de ProAce City en ProAce Worker.

Beide modellen zijn uiterlijk gelijk aan de voertuigen van Stellantis. Het logo is anders natuurlijk, net als de grille. Bij beide is de voorbumper ook iets anders voor een stoerdere look. Ook de achterlichten zijn verschillend. Dit kan echter niet verhullen dat we te maken hebben met dezelfde voertuigen als van Stellantis. Niet gek, want ze komen uit dezelfde fabriek. Om te garanderen dat de ProAce City en ProAce Worker voldoen aan de kwaliteitseisen van Toyota, worden ze na productie wel extra goed gecontroleerd. Daarom durft Toyota ook een langere garantie te geven: 10 jaar of 200.000 kilometer.

Precies hetzelfde
Het zal niet verbazen dat de technische specificaties, aandrijvingen, rijgedrag en interieur van de Toyota-busjes precies hetzelfde zijn als bij die van Stellantis. Wij reden zowel de elektrische als de dieselversies en die zijn dik in orde. De wegligging is goed en ook de motoren met de laagste vermogens zijn vlot genoeg. De elektrische versies voelen volwassen en rijden zeer prettig. Heel handig zijn de flippers achter het stuur, waarmee je kunt bepalen hoeveel remenergie de auto regenereert. Je kunt dus de mate van regeneratie eenvoudig aanpassen aan de verkeerssituatie om je heen.

Achter het stuur is het goed vertoeven. Met name in de ProAce City denk je snel dat je achter het stuur van een personenauto zit. Natuurlijk zijn de cabines wel wat minder luxe uitgevoerd, met veel hard plastic overal. In zowel de ProAce City als in de ProAce Worker zitten de stoelen goed en is er veel ruimte. Voor documenten en andere spullen zijn er handige opbergvakken. Het dashboard is volledig digitaal, met een 10-inch scherm achter het stuur en een even groot scherm in de middenconsole.

Service
Op zich allemaal prima, maar waarom zou je een Toyota kopen en niet een bestelauto van één van de merken van Stellantis? Toyota is immers nog een relatief kleine speler. De Japanners willen klanten vooral een ‘premium experience’ bieden, dus een betere service. Dit begint al voor de aankoop. Samen met potentiële klanten kijkt Toyota wat voor voertuig het meest geschikt is. Een grote of een kleine bus? Diesel of elektrisch? Op voor onderhoud en reparatie wil Toyota een zorgeloze beleving leveren. Daarom gaat het speciale bedrijfswagendealers inrichten, want bestelauto’s zijn niet hetzelfde als personenauto’s.

Toyota heeft bij personenauto’s een goede reputatie. Graag willen ze deze ook krijgen bij de bestelauto’s. Het is dan best spannend als je je voertuigen laat bouwen door een ander bedrijf, die ze zelf ook verkoopt. Onder vier verschillende merken zelfs. Hoewel de kleine en de middelgrote bestelauto van Toyota eigenlijk precies hetzelfde zijn als die andere vier, heeft het merk er vertrouwen in genoeg verschil te maken op servicegebied om klanten te overtuigen.

DEEL HET