Is HVO-100 wel goed voor het milieu?
In Europa geldt HVO-100 als duurzaam alternatief voor fossiele diesel. Een onderzoek van de organisatie Transport & Environment (T&E) laat echter zien dat de biobrandstof helemaal niet zo duurzaam is. Er wordt namelijk volop gefraudeerd met een hoofdbestanddeel: palmolie.
Het onderzoek dat T&E uitvoerde, zet grote vraagtekens bij de duurzaamheid van HVO-100. Dat terwijl het in Europa wordt gezien als milieuvriendelijk alternatief voor fossiele diesel. Hiermee is HVO-100 een makkelijke manier om het transport te vergroenen. Tenminste, zo leek het. Want er blijkt heel wat mis met een belangrijk bestanddeel van HVO-100, namelijk POME-olie.
Voor HVO-100 is POME-olie onmisbaar. De afkorting staat voor Palm Oil Mill Effluent. POME-olie is een waterig afvalproduct van de productie van palmolie. Omdat de Europese Unie het kwalificeert als restproduct, krijgt het dus de stempel duurzaam. Dat terwijl de productie van palmolie verre van duurzaam is: voor de olie die in veel voedingsmiddelen zit, worden nog altijd enorme stukken regenwoud gekapt in met name Indonesië.
Gefraudeerd
T&E dook in de cijfers en vond bewijs van fraude. Jaarlijks worden er namelijk 2 miljoen liter POME-olie verwerkt in biobrandstoffen voor de Europese markt. Dat is veel meer dan mogelijk is, als je naar de palmolieproductie kijkt. Uitgaande van de wereldwijde palmolieproductie zou er namelijk slechts 1 miljoen liter POME-olie per jaar geproduceerd worden. Alleen als wat er voor Europese biobrandstoffen wordt gebruikt, is al twee keer zoveel. Er lijkt dus op grote schaal gefraudeerd te worden.
Dit suggereert dat POME-olie geen afvalproduct is, maar dat er speciaal palmolie geproduceerd wordt om er HVO-100 van te maken. Dit maakt het totaal niet duurzaam. Sterker nog, dit maakt het ronduit slecht voor het milieu, omdat er op grote schaal oerwoud voor verdwijnt. “Het lijkt erop dat POME gewoon palmolie in vermomming is”, stelt Cian Delaney, policy officer bij T&E. “Hierdoor ontstaan grote zorgen of HVO-100 wel zo groen is als oliebedrijven zeggen. We moeten de regels aanpassen zodat deze schadelijke producten in Europa niet in zogenaamde duurzame brandstoffen verdwijnen.”
